Evacuatieverhalen
In Herkingen, op de Molendijk, had de familie Huizer een kruidenierswinkel. Die konden ze niet zomaar achterlaten toen aan evacuatie niet meer was te ontkomen. Op 29 februari 1944 vertrokken ze naar het Land van Heusden en Altena, nadat de niet bederfelijke waren, de toonbanken en vitrines naar een veilige plaats in Delft waren gebracht: het gebouw van de Kamer van Koophandel. De rest – thee, koffie, zeep en andere artikelen – ging in kisten op de boot mee naar Aalburg. Daar vond de familie Huizer – Jan, zijn vrouw Jozina en drie zonen – onderdak in de pastorie van dominee Trouwborst. Op hun evacuatieadres aten ze in feite hun winkel leeg, maar ze kregen ook voedsel van de dominee. Ze hadden in Aalburg bovendien een hof om groente te telen.
En een oom bracht drie geiten vanuit Herkingen. Een tante, Aagje Kalle, was geëvacueerd naar Rotterdam. Ze kwam in mei op bezoek in Aalburg – Jan Huizer was jarig – en bleef daar zo lang, dat ze niet meer terug kon naar de Maasstad. Dat had te maken met de oprukkende geallieerde legers vanuit het zuiden. De opmars stokte voorlopig bij de Maas. Zo kwam de familie Huizer in de frontlinie te wonen. De Duitsers vorderden arbeidskrachten en kwartierden vier soldaten in bij de dominee. De geallieerden beschoten torenspitsen. Ook die van Aalburg, waar de pastorie vlakbij stond. Dat was zo gevaarlijk, dat een nieuwe evacuatie nodig was. Nu naar Wijk. Daar kwamen dominee Trouwborst en de familie Huizer terecht in een boerderij.
Maar ook daar waren beschietingen en die werden steeds heviger. De drie geitjes uit Herkingen overleefden een granaataanval niet. Uiteindelijk was het ook in Wijk te gevaarlijk. Het volgende evacuatieadres van de familie Huizer was in Veen, bij een familielid. Daar sliepen ze, met andere evacués, met z’n allen in een kamer met dichtgespijkerde ramen. Oom Aren Huizer, die ook naar Veen was gekomen, kwam op 5 januari 1945 om na een bombardement. Na de bevrijding keerden Jan, Jozina en hun drie zonen terug in Herkingen. Van wat ze in Delft hadden opgeslagen, waren alleen de vitrines en toonbanken nog over.