Evacuatieverhalen
Toen Marinus van Sprang en zijn kinderen in juni 1945 hun evacuatieadres in Oud-Beijerland konden verlaten en terugkeren naar hun huis aan de Boomgaarddreef in Stad aan ’t Haringvliet, troffen ze daar een kale boel aan. De inundatie was de boosdoener: heggen en bossen waren dood, de ooit vruchtbare akkers zagen eruit als een grijze vlakte met zoutminnende planten. Het verwijderen van de modder uit het huis van de familie Van Sprang nam dagen in beslag. Het pijnlijkste was dat Marinus en de kinderen na hun terugkomst in Stad een lege plek aan tafel hadden. Tannetje van Sprang-van der Mast, de vrouw des huizes, was achtergebleven in Oud-Beijerland. Ze was in november 1944 begraven op de Algemene Begraafplaats in die plaats. In februari 1944 was het gezin nog in zijn geheel naar Oud-Beijerland geëvacueerd: Marinus, Tannetje en hun zeven kinderen. De evacuatie begon al slecht: in het huis waar de familie Van Sprang tijdelijk kwam te wonen brak brand uit.
Hun huisraad, meegenomen vanuit Stad aan ’t Haringvliet, liep brand- en waterschade op. Het kwam in de plaatselijke suikerfabriek te staan om te drogen. Maar dit moeilijke begin was nog maar een kleinigheid vergeleken bij wat er later dat jaar zou gebeuren. Op 6 november 1944 kwamen in het begin van de middag drie bommen op Oud-Beijerland terecht en één van die bommen trof precies het huis waar het gezin uit Stad woonde. Complete verwoesting was het gevolg. Moeder Van Sprang kwam zwaargewond uit het puin tevoorschijn. Een paar uur later overleed ze in het Groene Kruisgebouw, slechts 49 jaar oud. Omstanders wisten de kleine Hans, die met zijn moeder thuis was, uit de ruïne te halen, zonder enige verwonding. De familie Van Sprang was ontredderd: moeder verloren, beschadigde huisraad en geen dak meer boven het hoofd. Gelukkig kregen ze snel nieuw onderdak. De begrafenis van Tannetje trok veel belangstelling, ondanks het feit dat die plaatsvond ‘in den vreemde’.
Een moeilijke winter volgde en teruggekeerd op Goeree-Overflakkee troffen Marinus en zijn kinderen dus een zout en kaal Stad aan ’t Haringvliet aan. En een huis vol modder.

Tannetje van Sprang-van der Mast met kinderen voor het huis in Oud-Beijerland.